Kengetallen Milieubelasting

13. Kengetallen Milieubelasting#

Dit hoofdstuk bevat tabellen met MKI (milieukostenindicator) waarden. Met de MKI per eenheid product, wordt gedoeld op de milieu-impact gedurende de levensloop van één eenheid product. In de Nederlandse Milieu Database wordt gecatagoriseerd op norm (A1 en A2), categorie (1 - 5) en op scope (A1 – D).

../../_images/NMDscreenshot.png

Fig. 13.1 Nederlandse Milieu Database#

13.1. Norm#

  • Set A1 is de voorgeschreven set met 11 indicatoren volgens EN 15804 – 2012/Oude Bepalingsmethode

  • Set A2 is op basis van de EN 15804 +A2 (2019), die waarschijnlijk op 1 – 7 – 2026 verplicht wordt.

13.2. Categorieën#

De producten in de Nationale Milieu Database zijn ingedeeld in categorieën:

  • Categorie 1: merkgebonden data, getoetst door een onafhankelijke, gekwalificeerde derde partij volgens het NMD-Toetsingsprotocol. Aangeleverd door fabrikanten/producenten en toeleveranciers.

  • Categorie 2: merkongebonden data met vermelding van representativiteit en vermelding van participerende bedrijven. Data is getoetst door een onafhankelijke, gekwalificeerde derde partij volgens het NMD-Toetsingsprotocol. Aangeleverd door groepen fabrikanten, toeleveranciers, branches en overheden.

  • Categorie 3: merkongebonden, niet getoetste, data in eigendom en beheer van Stichting NMD op basis van generieke data. Hiervoor geldt een ophoogfactor van 30% op de product-MKI.

  • Categorie 3a: merkongebonden, niet getoetste, data in eigendom en beheer van Stichting NMD op basis van generieke data. Hiervoor geldt géén ophoogfactor van 30% op de product-MKI.

‘Generieke’ producten (categorie 3) worden als terugvaloptie aangeboden in geval er voor de gewenste materiaaloptie in de NMD geen ‘getoetste’ producten (categorie 1 of 2) beschikbaar zijn.

13.3. Scope#

../../_images/MKIindeling.png

Fig. 13.2 Indeling scope#

  • A1-A3 productie: Dit betreft de winning van de grondstoffen tot de aanlevering bij de fabriekspoort - ‘cradle to gate’.

  • A4: Transport bouwplaats: Deze module betreft het transport naar de bouwplaats.

  • A5: Constructie en installatie: Deze module betreft het aanbrengen van de producten in het bouwwerk (nieuwbouw of productvervanging bij planmatig onderhoud of renovatie).

  • B1: Gebruik: Deze module betreft de emissies die vrijkomen in de gebruiksmodule van het bouwwerk.

  • B2: Onderhoud: Deze module betreft de onderhoudswerkzaamheden gedurende de gebruiksmodule van het bouwwerk. De milieu-impact gedurende de gehele levenscyclus van de onderhoudsmiddelen wordt meegenomen, dus als gevolg van de productie, de aanvoer, applicatie, verwijdering en afvalverwerking van de onderhoudsmiddelen (inclusief bouwafval).

  • B3: Reparatie: Het betreft ad hoc activiteiten in de toekomst, die lastig in een scenario zijn te vangen.

  • B4: Vervanging: Deze module betreft de vervangingen van productonderdelen tijdens de productlevensduur.

  • B5: Renovatie: Reparatie is er op het moment van bouwen nog zicht op een eventuele ad hoc ingrepen, zoals de renovatie of transformatie, of een kleinere kwaliteitsverbetering. Omdat deze aanpak een reactie op de dan geldende omstandigheden is, is B5 slecht in een scenario te vangen. Voor deze module wordt geen milieu-impact berekend.

  • B6: Energiegebruik: De milieuprestatieberekening is afgebakend tot de materiaalgebonden milieu-impact. Binnen de milieuprestatieberekening, waarop deze rekenregels betrekking hebben, wordt voor deze module geen milieu-impact berekend

  • B7: Watergebruik: Binnen de milieuprestatieberekening, waarop deze rekenregels betrekking hebben, wordt voor deze module geen milieu-impact berekend.

  • C1: Verwijdering: Deze module betreft de verwijdering van het productonderdeel aan het einde van de productlevensduur.

  • C2: Afvaltransport: Deze module betreft alleen het transport van de verwijderde materialen aan het eind van de productlevensduur.

  • C3: Afvalverwerking: Deze module betreft alleen de verwerking van de verwijderde materialen aan het eind van de productlevensduur.

  • C4: Finale afvalverwerking: Deze module betreft alleen de verwijderde materialen aan het eind van de productlevensduur

  • D: Buiten-levensloop: Module D betreft de milieu-impact die buiten de systeemgrens van het bouwwerk is gealloceerd. Dit kunnen zowel positieve als negatieve posten zijn.

13.4. Referentieperiode#

De referentieperiode van het product slaat op de verwachte levensduur van het product. Als de referentieperiode van het product kleiner is dan de referentieperiode van het gebouw (meestal is dat 50 jaar), dan zou je de MKI waardes dus meerdere keren moeten meenemen in de MPG berekening van het gebouw.

Let op!

Onderdelen van de draagconstructie hebben in de regel een referentieperiode van 50 jaar of meer, omdat het niet logisch is om de draagconstructie van een gebouw te vervangen.